
Lochem wordt klimaatneutraal en klimaatbestendig
Toekomstbeeld 2040:
In 2040 hebben we flinke stappen gezet in de energiebesparing. Gemeente en ondernemers werken samen aan duurzame, energieneutrale en circulaire bedrijven en werklocaties. Met onze woonwijken zijn we op weg naar een aardgasvrije gebouwde omgeving. We halen het maximum aan energie uit onze woningen en bedrijfsgebouwen. Zon op dak en op de gevels zijn de norm. Inmiddels benutten we niet alleen daken en gevels maar ook ramen om zonne-energie op te wekken. Voor de verwarming van huizen gebruiken we warmte uit lucht, bodem en water of duurzame gassen.
Er is meer ruimte gecreëerd voor innovaties in de opslag en transport van energie. Een goede mix van hernieuwbare energiemogelijkheden heeft ons verder geholpen richting klimaatneutraliteit. Maximale uitwisseling van energievraag- en-aanbod heeft het elektriciteitsnetwerk ontlast zodat de maatschappelijke kosten voor netverzwaring acceptabel blijven. Een aantal dorpen/buurten heeft zelf initiatief genomen om onderling lokaal opgewekte energie te delen. In een aantal kernen hebben bedrijven gezamenlijk een energiehub gecreëerd waardoor zij met elkaar de beschikbare energie verdelen.
Grote hoeveelheden neerslag kunnen goed worden verwerkt, zowel in het buitengebied als binnen het stedelijk gebied. In het buitengebied zijn de beekdalen zo ingericht dat we meer water kunnen bergen. We zijn weerbaar tegen overstromingen en er zijn voldoende koele plekken voor mens en dier. Tegelijk houden we juist het water vast, zodat we ook weerbaar zijn tegen droogte. Waterberging en extra groen onderstrepen het groene karakter van onze krachtige kernen meer dan ooit. Met drinkwater gaan we zeer spaarzaam om en verspilling daarvan is tot een minimum beperkt.
Zo gaan we dit bereiken:
We werken toe naar een klimaatneutrale leefomgeving
We zetten ons in om een klimaatneutrale leefomgeving te bereiken. We spannen ons in om de uitstoot van broeikasgassen drastisch te verminderen. Daarbij sluiten we aan bij de doelstellingen van het Klimaatakkoord. Dit vraagt om een integrale benadering van het energievraagstuk, bedrijvigheid, landbouw en landgebruik en de gebouwde omgeving.
We wachten niet af maar zoeken waar mogelijk de verbinding met de opgaven voor milieu, klimaat en groen om tot robuuste en toekomst- en klimaatbestendige oplossingen te komen. We laten geen kansen voor duurzame opwek, die passend zijn bij de zonneladder en het landschap, onbenut.
We zetten richting 2030 in op energiebesparing en het aardgasvrij-klaar maken van de gebouwde omgeving. Voor de realisatie de inspanningsverplichtingen uit het RES-bod zetten we tot 2030 vooral extra in op zon op dak. Daarnaast bieden we ruimte voor kleinschalige energieopwek. De netcongestie beperkt tenminste tot 2029 de mogelijkheden voor zowel afname van energie als opwek.
Aanvullend zoeken we ruimte voor grootschalige duurzame energieopwek. Het gaat om zon, wind, groengas, waterstof of een combinatie daarvan. Ook moeten we rekening houden met ruimte voor opslag, omzetting en transport van energie. Opwek van hernieuwbare energie is in balans met de omgeving, binnen de kaders van een goed woonen leefklimaat.
We bieden ruimte aan innovaties en experimenten om energieproductie, -opslag en -gebruik en -uitruil in een lokaal netwerk mogelijk te maken (smart grid). Daarbij verliezen we de omgevingsveiligheid niet uit het oog. We stimuleren en faciliteren initiatieven vanuit landbouw en landgebruik, die bijdragen aan verlaging van de uitstoot van broeikasgassen. Denk aan aanplant van bos en bomen, vernattingsmaatregelen, aanpassingen aan stallen eventueel in combinatie met mestvergisting, ander veevoer en ander grondgebruik zoals meer blijvend grasland en niet-kerende grondbewerking. Bij het werken aan de klimaatdoelen werken we zoveel mogelijk samen met regio, provincie, Rijk, bedrijfsleven en inwoners.
Onze leefomgeving wordt klimaatadaptief ingericht
We zetten in op een klimaatadaptieve leefomgeving met een gezond en weerbaar water- en bodemsysteem. Op deze manier kunnen we inspelen op klimaatverandering met meer droge en natte periodes. Bodem en water zijn steeds meer leidend voor ruimtelijke ontwikkelingen. We willen minder verharding en meer schaduwrijk groen en ruimte voor opvang van water in bestaand bebouwd gebied. Hier liggen kansen voor slimme combinaties en het versterken van de biodiversiteit.
In het buitengebied is meer ruimte voor bos en houtgewassen, passend bij het landschap. We zetten in op zoveel mogelijk water vasthouden in het gebied om droogte te voorkomen. Samen met het waterschap en grondeigenaren werken we via “Aanpak Droogte Achterhoek” stapsgewijs aan meer infiltratie van water op de hoge gronden en het ondieper maken van beken in combinatie met het verhogen van het grondwaterpeil. In een klimaatrobuust watersysteem voor de Achterhoek zullen de landschappelijke verschillen tussen droge en natte gebieden toe nemen. De hogere grondwaterstanden zorgen ervoor dat op het merendeel van de landbouwgronden de droogteschade afneemt maar in de winter en het voorjaar zullen de laagst gelegen percelen plas-dras worden, waardoor voor deze gebieden een ander gebruiksperspectief ontstaat. Het optimale maatregelenpakket moet altijd op een concreter schaalniveau (gebiedsspecifiek) worden uitgewerkt samen met grondeigenaren en -gebruikers.
De woonkernen en het buitengebied zijn bestand tegen perioden van hitte en droogte en water-overschot. Met name de bedrijventerreinen, het centrum van Lochem en andere versteende plekken in de kernen worden groener om de hittestress tegen te gaan. Zowel in de woongebieden als het buitengebied kunnen we voldoende water opvangen en bufferen.
Een robuust watersysteem is ook van belang in relatie tot de waterwinning uit de Lochemse berg. Een winning die voorziet in een toenemende drinkwaterbehoefte. De robuustheid is van belang voor de instandhouding van de waterwinning zelf, maar ook om een negatief effect van de winning op de grondwaterstand zoveel mogelijk tegen te gaan. We dragen zorg voor de kwaliteit van het drinkwater, door bij ontwikkelingen rekening te houden met grondwaterbeschermingsgebieden en drinkwater-reserveringsgebieden. Bij nieuwe ontwikkelingen zetten we in op klimaatadaptief, klimaatneutraal en natuurinclusief. We zoeken naar combinatiemogelijkheden en gaan op een slimme manier met de ruimte om.
We streven naar een circulaire samenleving
We streven naar een grotere rol voor circulair bouwen en ontwikkelen. Dat geldt in ieder geval voor woningbouw, bedrijventerreinen, openbare ruimte en de ontwikkeling van infrastructuur. We groeien toe naar een meer circulaire economie waarin afvalstoffen tot het minimum beperkt zijn en waarin we zoveel mogelijk materialen herverdelen en hergebruiken.