Kinderopvang starten

De wet verplicht het kindercentrum te zorgen voor verantwoorde kinderopvang. Hieronder verstaat de wet: 'Opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving.' Dit betekent onder andere dat de personen die werkzaam zijn bij een kindercentrum of gastouderbureau in bezit moeten zijn van een verklaring omtrent het gedrag (VOG), afgegeven volgens de Wet justitiële gegevens.

Het kindercentrum moet verder aantoonbaar aandacht besteden aan het aantal kinderen per leeftijdscategorie, de groepsgrootte en de opleidingseisen voor het personeel. De voertaal in het kindercentrum is in principe Nederlands.

Verder moet er in elk kindercentrum een risico-inventarisatie zijn uitgevoerd. Meer hierover vindt u op de website van de Rijksoverheid.

Elk kindercentrum of gastouderbureau is verplicht een oudercommissie in te stellen. De oudercommissie adviseert over tal van zaken, bijvoorbeeld het pedagogisch beleid, het beleid inzake veiligheid en gezondheid, openingstijden en het uurtarief.

Naast de eisen van de wet Kinderopvang, gelden voor kindercentra ook eisen uit andere wet- en regelgeving:

• Bestemmingsplan
• Bouwbesluit
• Vergunning Brandweer
• Wet Collectieve Preventie (Wcpv)
• Arbeidsomstandighedenwet (Arbo)
• Diverse wettelijke regelingen zoals Warenwet, Warenwetbesluit Speelgoed, Waterwetbesluit Kinderbedden en boxen, Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen, het Attractiebesluit en het Warenwetbesluit.
• Wet klachtrecht cliënten zorginstellingen
• CAO kinderopvang

De GGD voert jaarlijkse inspecties uit bij alle kindercentra en gastouderbureaus in onze gemeente. De GGD schrijft  hierover een rapport en beoordeelt of de centra voldoen aan de kwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang.

De procedure bestaat uit 3 fasen:

1. De melding
2. De inspectie door de GGD
3. Opening en inspectie door de GGD

Fase 1: De melding

1. Melding bij de gemeente voor registratie als houder van een kindercentrum of gastouderbureau. 
2. De gemeente schrijft de locatie van uw kindercentrum (kosteloos) in het landelijke register Kinderopvang in.
3. U ontvangt een bewijs van inschrijving van de gemeente.
4. Een afschrift gaat naar de GGD Noord- en Oost-Gelderland en de brandweer. 
5. Binnen acht weken na melding neemt de GGD contact met u op voor een inspectie van de locatie.
6. U maakt zelf een afspraak met de brandweer voor controle.

Voorkom vertraging! Stuur ons het formulier pas toe nadat u allerlei zaken goed heeft geregeld. Denk hierbij aan:

1. Bestemmingsplan: kan, op grond van het geldende bestemmingsplan, een kindercentrum/gastouderbureau op de gewenste locatie worden gevestigd. 
2. Bouwvergunning. Vraag informatie aan als u nieuw gaat bouwen of bij een ingrijpende verbouwing.
3. Gebruiksvergunning. Voor alle locaties is een gebruiksvergunning van de brandweer noodzakelijk 

Fase 2: Inspectie door de GGD

Als blijkt dat er sprake is van kinderopvang in de zin van de wet, vraagt de GGD u de volgende documenten op te sturen:

1. een overzicht van het aantal kinderen per kinderdagverblijf en/of buitenschoolse opvang
2. een (concept) reglement oudercommissie waarin de inspraak van ouders is geregeld
3. een (concept) informatieboekje voor ouders
4. een eerste risico-inventarisatie veiligheid: de inventarisatielijst en plan van aanpak voor mogelijke verbeteringen
5. een eerste risico-inventarisatie gezondheid: de inventarisatielijst en plan van aanpak voor mogelijke verbeteringen
6. een rooster ( inzet personeel) van een eerste maand
7. een eerste opzet van een pedagogisch beleidsplan; het definitieve plan hoeft pas 6 maanden na opening klaar te zijn
8. een plattegrond van het kindercentrum.

Daarnaast moet u een aantal documenten op uw locatie kunnen tonen, zoals:

1. verklaringen omtrent gedrag van alle personeelsleden, van de houder en van alle eventuele bestuursleden
2. diploma’s (kopieën) van alle beroepskrachten
3. indien er sprake is van BBL-ers (leidsters die de Beroeps Begeleidende Leerweg volgen): documenten BBL.

Na beoordeling door de GGD van de gevraagde documenten volgt een inspectiebezoek op locatie. Tijdens dit bezoek krijgt u uitleg over de vervolgprocedure. Als de GGD binnen de termijn van 8 weken onvoldoende documenten van u heeft ontvangen, kan geen beoordeling plaatsvinden. In dat geval adviseert de GGD de gemeente om de exploitatie tegen te houden. 

Fase 3. Opening en inspectie door de GGD

Als de GGD na de inspectie vindt dat er sprake is van verantwoorde kinderopvang, krijgt u een brief dat u mag starten. Na drie maanden volgt nog een keer een inspectie door de GGD.  Hierna wordt een volledig inspectierapport opgemaakt. Inspectierapporten zijn openbaar en worden gepubliceerd. Inspecties worden jaarlijks herhaald, ook die van de brandweer.